Bandenspanning is een cruciaal, maar vaak onderschat aspect van het onderhoud van een auto. Het gaat niet alleen om het comfort tijdens het rijden, maar heeft ook een directe invloed op de veiligheid, het brandstofverbruik en de levensduur van de banden.

Een correcte bandenspanning zorgt ervoor dat je auto stabiel op de weg ligt en goed reageert op stuurbewegingen. Te lage bandenspanning leidt tot een grotere rolweerstand, wat het brandstofverbruik verhoogt en de CO2-uitstoot van je auto doet toenemen. Bovendien slijten de banden sneller en is de kans op een klapband groter, vooral bij hogere snelheden. Dit komt doordat de zijwanden van de band bij een lage spanning meer doorbuigen, wat extra warmte genereert en het risico op schade verhoogt.

Aan de andere kant is te hoge bandenspanning ook niet zonder risico’s. Banden met te veel lucht hebben een kleiner contactoppervlak met de weg, waardoor de grip vermindert. Dit kan leiden tot een langere remweg en minder controle over de auto, vooral bij natte of gladde omstandigheden. Bovendien slijten de banden onregelmatig, met name in het midden van het loopvlak, wat hun levensduur verkort.

Het is daarom belangrijk om de bandenspanning regelmatig te controleren, idealiter eens per maand en zeker voor lange ritten. De juiste spanning voor jouw auto vind je in het instructieboekje, aan de binnenkant van het portier, of op de sticker bij de tankdop. Houd er rekening mee dat de aanbevolen spanning kan variëren afhankelijk van de belasting van de auto en de rijomstandigheden.

Het meten van de bandenspanning doe je bij voorkeur als de banden koud zijn, omdat de spanning toeneemt wanneer de banden warm worden. Kleine aanpassingen in bandenspanning kunnen een groot verschil maken in rijcomfort, veiligheid en kosten. Door hier regelmatig aandacht aan te besteden, rijd je veiliger, zuiniger en draag je bij aan een langere levensduur van je banden.